Bel 033 4602302 of mail naar info@beslagrecht.nl

Word abonnee

Medewerkingsplicht (art. 444a Rv)

Art. 444a Rv geeft een regeling voor de situatie dat een roerende zaak van de schuldenaar zich bij een derde bevindt en waarin de medewerking van de derde nodig is om bij die zaak te kunnen komen.

  • Art. 444a Rv werd in 1932 ingevoerd om de verhuurder van een safeloket mee te laten werken aan het openen van een safeloket als er een redelijk vermoeden bestaat dat zich in het safeloket in beslag te nemen zaken bevinden. Het artikel is echter ook van toepassing bij bijvoorbeeld de huur van een garagebox, van een gedeelte van een opslagruimte of pakhuis, of huur van een cel in een koelhuis of veem.
Art. 444a lid 1 Rv

Voor de toepassing van art. 444a Rv is een huurovereenkomst niet vereist (vgl. art. 444a lid 1 Rv, eerste zin), zelfs geen overeenkomst tussen de schuldenaar en de derde.

Voldoende is dat de beslag schuldenaar feitelijk beschikt over een ruimte die slechts met medewerking van de derde toegankelijk is. Wel moet er een redelijk vermoeden zijn dat roerende zaken van de schuldenaar zich in de betreffende ruimte bevinden. 

De deurwaarder zal, wanneer de geëxecuteerde of de derde weigert om de deuren te openen die tot de plaats toegang geven handelen volgens art. 444 Rv (art. 444a lid 1 Rv, eerste zin).

Met weigering staat gelijk afwezigheid na behoorlijke sommatie om persoonlijk of bij gemachtigde te verschijnen om de deuren te openen (art. 444a lid 1 Rv, tweede zin).

De deurwaarder kan inmiddels door een bewaarder beletten, dat van de plaats iets wordt weggenomen (art. 444a lid 1 Rv, derde en laatste zin). 

Art. 444a lid 2 Rv

De derde is gehouden de deurwaarder op vertoon van de titel, uit krachte waarvan het beslag wordt gelegd, de verhuurde of op andere wijze in gebruik gegeven ruimte aan te wijzen (art. 444a lid 2 Rv). 

Art. 444a lid 3 Rv

Professionele verhuurders moeten desgewenst de deurwaarder inzage geven van het register of de stukken, waarin de gebruikers zijn vermeld (art. 444a Rv lid 3). 

Zodra de deurwaarder zich tot de derde heeft gewend om volgens art. 444a Rv beslag te leggen, mag de derde de geëxecuteerde niet meer tot de ruimte toelaten zonder dat de deurwaarder daarbij is (art. 444a lid 3 Rv).

Conservatoir beslag

Volgens de schakelbepaling van art. 712 Rv geldt het artikel ook bij conservatoir beslag op roerende zaken.

Rechtspraak
  • Rb. Arnhem (vzr.) 03-04-2008, ECLI:NL:RBARN:2008:BC9312
    Art. 444a Rv is in 1932 ingevoerd en verplicht een derde die een ruimte aan de beslagene in gebruik heeft gegeven waarvan redelijkerwijs wordt vermoed dat zich daar in beslag te nemen zaken bevinden, tot medewerking aan de beslaglegging. Aanleiding voor de invoering van de bepaling was de wens om in ieder geval te bewerkstelligen dat de verhuurder van een safeloket gehouden is mee te werken aan het openen van een safeloket als er een redelijk vermoeden bestaat dat zich in het safeloket in beslag te nemen zaken bevinden. Er bestaat geen aanleiding om art. 444a Rv ook toe te passen op elektronische bestanden die zijn opgeslagen op een server van een derde.