Bel 033 4602302 of mail naar info@beslagrecht.nl

Word abonnee

Beslag met machtiging van de rechter-commissaris (art. 103 lid 1 Sv)

Een conservatoir boete-, voordeels- of anderbeslag op grond van art. 94a Sv kan slechts worden gelegd of gehandhaafd op grond van een schriftelijke machtiging van de rechter-commissaris op vordering van de officier van justitie (art. 103 lid 1 Sv).

Betekening machtiging (art. 103 lid 2 Sv)

De machtiging wordt door de officier van justitie zo spoedig mogelijk aan de verdachte of veroordeelde, en zo het beslag onder een derde is gelegd, ook aan deze betekend op de wijze zoals voorzien bij dit wetboek of door de gerechtsdeurwaarder overeenkomstig de wijze van betekening van het verlof, bedoeld in art. 702 lid 2 Rv (art. 103 lid 2 Sv).

Sfo

De machtiging tot het instellen van een strafrechtelijk financieel onderzoek (sfo) geeft een algemene bevoegdheid aan de officier van justitie tot het leggen van een strafvorderlijk conservatoir beslag (art. 126 Sv jo. art. 126b Sv).

  • Bij verdenking van een misdrijf, waarvoor een geldboete van de vijfde categorie kan worden opgelegd en waardoor op geld waardeerbaar voordeel van enig belang kan zijn verkregen, kan overeenkomstig de bepalingen van deze afdeling een strafrechtelijk financieel onderzoek worden ingesteld (art. 126 lid 1 Sv).
  • Een strafrechtelijk financieel onderzoek is gericht op de bepaling van het door de verdachte wederrechtelijk verkregen voordeel, met het oog op de ontneming daarvan op grond van art. 36e Sr (art. 126 lid 2 Sv).
  • Het strafrechtelijk financieel onderzoek wordt ingesteld krachtens een met redenen omklede machtiging van de rechter-commissaris, op vordering van de officier van justitie die met de opsporing van het strafbare feit is belast, verleend (art. 126 lid 3 Sv).