De schade, die de derde lijdt door het openbreken van de deuren, wordt, als dit niet aan hem te wijten is, door de executant vergoed, behoudens het verhaal van deze op de geëxecuteerde, indien daartoe gronden aanwezig zijn (art. 444b lid 2 Rv, eerste zin).
De inhoud van dit artikel is alleen toegankelijk voor abonnees van beslagrecht.nl Klik hier om u te abonneren en toegang te krijgen tot dit en alle andere afgeschermde artikelen op beslagrecht.nl.