Conservatoir derdenbeslag. Overgang in executoriaal derdenbeslag.
Overgang naar executoriaal beslag (art. 704 lid 1 Rv)
Zoals de Hoge Raad heeft overwogen in HR 03-10-2003, ECLI:NL:HR:2003:AI0347 (Ontvanger/Heemhorst), strekt een conservatoir beslag naar zijn aard ertoe over te gaan in een executoriaal beslag (art. 704 lid 1 Rv).
De overgang van het beslag in de executoriale fase wordt bewerkstelligd door een executoriale titel in een procedure waarin toetsing plaatsvindt van de gegrondheid en de omvang van het door de beslaglegger ingeroepen vorderingsrecht.
Termijn voor eis in de hoofdzaak (art. 700 lid 3 Rv)
De door de rechter die het verlof tot beslaglegging verleent bepaalde termijn waarbinnen de eis in de hoofdzaak dient te zijn ingesteld (art. 700 lid 3 Rv) heeft als doel te verzekeren dat - binnen deze termijn - die procedure aanhangig wordt gemaakt.
Toetsing
In dit geval zijn de gegrondheid en de omvang van de vordering van DVO getoetst door de voorzieningenrechter, die na deze toetsing de vordering heeft toegewezen. Daarmee heeft DVO een executoriale titel verkregen als bedoeld in art. 704 lid 1 Rv.
Overgang naar executoriaal derdenbeslag
Met het verkrijgen van de executoriale titel in de kortgedingprocedure is het conservatoire derdenbeslag overgegaan in een executoriaal derdenbeslag. Daaraan doet niet af dat de (reconventionele) vordering in kort geding is ingesteld buiten de door de president bepaalde termijn van veertien dagen, nu vaststaat dat DVO binnen die termijn de vordering in de bodemprocedure had ingesteld en het bij de (reconventionele) vordering in kort geding ging om dezelfde vordering als die welke DVO in de bodemprocedure aanhangig had gemaakt.
Het oordeel van het hof is dus juist.