Als er maar één schuldeiser is die derdenbeslag heeft gelegd, dan int de deurwaarder hetgeen de derdebeslagene heeft te betalen of af te geven en geeft het geïnde aan de schuldeiser af.
Wanneer meerdere schuldseisers derdenbeslag hebben gelegd, wordt het wat moeilijker. Men spreekt dan van cumulatief beslag. Als het niet bij voorbaat vaststaat dat alle beslagleggers uit de door de derdebeslagene aan de geëxecuteerde verschuldigde geldsommen kunnen worden betaald, dan int de deurwaarder die het oudste executoriale beslag heeft gelegd, voor de gezamenlijke beslagleggers hetgeen de derdebeslagene heeft te betalen of af te geven.
Wordt de executie door de legger van dit beslag niet voortgezet, dan neemt de deurwaarder die het daaropvolgende executoriale beslag heeft gelegd, de inning over (art. 478 lid 1 Rv).
Een derdebeslagene die een betaling of afgifte heeft gedaan aan een deurwaarder die een van de andere executoriale beslagen heeft gelegd, is niettemin bevrijd.
- HR 02-11-1984, NJ 1985, 528 (Centraal Beheer/De Rentekas)
De Hoge Raad trekt de in Pierson/De Vos van Steenwijk en Ontvanger/Amro-bank (zie hieronder) ingezette lijn door: als het de beslagene vrijstaat met toestemming van de eerste beslaglegger de omvang van het beslag te beperken zolang er geen tweede beslag gelegd wordt, dan kan die omvang ook tot nihil worden teruggebracht door de beslagen vordering via een cessie onder het beslag uit te halen. De beslagene is dan geen schuldeiser meer. - HR 29-11-1974, NJ 1975, 426 (Pierson/De Vos van Steenwijk) en HR 17-06-1983, NJ 1984, 33 (Ontvanger/Amro-bank)
Deze twee arresten bevatten een zachtere formulering dan in Gemeente Ede/Ontvanger (zie hieronder). - HR 10-04-1953, NJ 1953, 587 (Gemeente Ede/Ontvanger) en HR 10-04-1964, NJ 1965, 32 (Ontvanger/Smit)
Een derdenbeslag geldt ook voor een schuldeiser die, nadat derdenbeslag is gelegd, nogmaals derdenbeslag legt, mits dit laatste beslag wordt gelegd voor een vordering die al bestond op het tijdstip van het eerdere beslag.
De deurwaarder die de gelden of goederen heeft ontvangen, draagt deze onverwijld af aan de deurwaarder die ze had behoren te ontvangen (art. 478 lid 2 Rv).
Ieder van de deurwaarders die beslag hebben gelegd, is verplicht de anderen zodra mogelijk van het door hen gelegde beslag op de hoogte te brengen. De derde is verplicht ieder van hen desgevraagd in te lichten omtrent andere beslagen, de namen en gekozen woonplaatsen van de andere beslagleggers en het beloop van hun vorderingen. Deze verplichtingen gelden ook voor en jegens degene op wiens last beslag is gelegd op de grondslag van het Wetboek van Strafvordering (art. 478 lid 3 Rv).
Ieder van de beslagleggers kan in een procedure als bedoeld in art. 477a Rv tussenkomen (art. 478 lid 4 Rv).
Conservatoir derdenbeslag
Art. 478 Rv is niet van toepassing bij conservatoir derdenbeslag. Dit ligt voor de hand, nu de derdebeslagene in de conservatoire fase niets hoeft te betalen of af te geven.