Een beslag op een niet teboekgesteld schip moet binnen acht dagen worden betekend aan de eigenaar van het schip of, als deze een rederij is en een boekhouder heeft, aan de boekhouder, alsmede aan degene jegens wie de in art. 565 lid 1 Rv, letter b bedoelde titel luidt, als dit een andere is dan de eigenaar (art. 565 lid 3 Rv).
- Als de eigenaar van het schip of de boekhouder niet bekend is, kan aan de eis van art. 565 lid 3 Rv worden voldaan doordat het proces-verbaal wordt betekend aan boord aan de kapitein of de schipper of zijn plaatsvervanger; zo deze niet te bereiken zijn, vindt de betekening plaats door een afschrift van het betekende proces-verbaal aan boord van het schip aan te plakken (art. 565 lid 4 Rv).
Geen derdenverzet ex art. 435 lid 3 Rv mogelijk (art. 565 lid 5 Rv)
Art. 435 lid 3 Rv (dat een derde de mogelijkheid biedt om zich tegen een verhaal op een goed te verzetten omdat hij stelt eigenaar daarvan te zijn, als gevolg waarvan een executoriaal beslag ten opzichte van hem slechts conservatoir wordt) is niet van toepassing (art. 565 lid 5 Rv).
- Toepassing van art. 435 lid 3 Rv werkt vertragend. Kennelijk heeft de wetgever dit willen voorkomen.
Een beslag op een teboekgestesteld schip moet binnen acht dagen na inschrijving in de openbare registers aan de eigenaar of boekhouder van het schip worden betekend art. 565 lid 3 Rv.
Art. 513a Rv (doorhaling inschrijving beslag op een onroerende zaak) is van overeenkomstige toepassing (art. 566 lid 4 Rv).
Conservatoir beslag
Volgens de schakelbepaling van art. 728a lid 1 Rv geldt het artikel ook bij conservatoir beslag op een schip.
Art. 568 Rv bepaalt, dat, als er op een teboekgestesteld schip één of meer hypotheken rusten, het volgende artikel van toepassing is:
Dit betekent dat de beslaglegger het door hem gelegde beslag uiterlijk binnen vier dagen na de inschrijving in de betreffende openbare registers aan de hypotheekhouders moet overbetekenen. Betekend mag worden aan de door deze overeenkomstig art. 3:260 lid 1 BW gekozen woonplaats (art. 508 Rv).
- Rb. Zwolle-Lelystad (vzr.) 08-11-2012, ECLI:NL:RBZLY:2012:BY2687
Art. 568 Rv bepaalt dat de artt. 508 en 509 Rv van overeenkomstige toepassing zijn als op een in beslag genomen schip dat te boek staat in de Nederlandse openbare registers een of meer hypotheken rusten. Art. 509 Rv geeft de hypotheekhouder de mogelijkheid de executie over te nemen. Het schip staat echter niet in een Nederlands, maar in een Duits openbaar register geregistreerd. De hypotheekhouder kan zich desondanks beroepen op analoge toepassing van art. 568 Rv.