Bel 033 4602302 of mail naar info@beslagrecht.nl

Word abonnee

Om toestemming te krijgen om een civielrechtelijk conservatoir beslag te leggen moet bij de voorzieningenrechter van de rechtbank een beslagrekest worden ingediend (art. 700 lid 1 Rv, eerste zin).

De inhoud van dit artikel is alleen toegankelijk voor abonnees van beslagrecht.nl  Klik hier om u te abonneren en toegang te krijgen tot dit en alle andere afgeschermde artikelen op beslagrecht.nl.

Een beslagrekest is een verzoekschrift en moet daarom voldoen aan de eisen van een verzoekschrift in het algemeen volgens art. 278 Rv.

  • Dit betekent dat het verzoekschrift in ieder geval de voornamen, naam en woon- of verblijfplaats van de verzoeker moet bevatten met een duidelijke omschrijving van het verzoek en de gronden waarop het berust.

Een beslagrekest moet ook voldoen aan de eisen van art. 700 lid 2 Rv, eerste zin.

  • Dit betekent dat in het rekest het volgende moet worden vermeld:
    • de aard van het te leggen beslag en van het door de verzoeker ingeroepen recht;
    • het maximale bedrag van de vordering als het ingeroepen recht een geldvordering is.

Art. 700 lid 2 Rv, eerste zin bepaalt dat het beslagrekest ook moet voldoen aan de bijzondere eisen die door de wet worden gesteld voor een beslag van de soort waarom het gaat.

De beslagsyllabus werkt in punt A3 de in art. 700 lid 2 Rv, eerste zin bedoelde eis over de aard van het te leggen beslag en van het door de verzoeker ingeroepen recht uit door te bepalen op welke wijze de vordering moet worden toegelicht. 

a. een vordering uit overeenkomst - onbetaalde facturen

Een toelichting moet worden gegeven door middel van: 

  • een summiere omschrijving van geleverde goederen of diensten;
  • vermelding van de door de schuldenaar tegen de vordering aangevoerde verweren en de gronden daarvoor;
  • het overleggen van een factuuroverzicht met factuurnummers, data en bedragen;
  • het overleggen van de aanmaningen (als dat er veel zijn kan in plaats daarvan
  • een overzicht van de aanmaningen worden overgelegd).
b. een vordering uit overeenkomst – overig

Een toelichting moet worden gegeven door middel van:

  • een voldoende feitelijke omschrijving van de vordering en de grondslag daarvan;
  • vermelding van de door de schuldenaar tegen de vordering aangevoerde verweren en de gronden daarvoor;
  • het overleggen van het contract en de ingebrekestelling. Indien geen contract is opgesteld, dient in het rekest te worden uiteengezet wat de (mondelinge) overeenkomst inhoudt.
c. een vordering uit onrechtmatige daad of op andere grondslag

Een toelichting moet worden gegeven door middel van:

  • een omschrijving van de grondslag van de vordering (bijvoorbeeld: onrechtmatige daad, toerekenbaarheid, causaliteit en schade);
  • vermelding van de door de schuldenaar tegen de vordering aangevoerde verweren en de gronden daarvoor;
  • het overleggen van de relevante bewijsstukken (voor zover noodzakelijk voor een summiere beoordeling) en de aansprakelijkstelling.

Volgens de beslagsyllabus, punt A4, moet in het beslagrekest, in het kader van proportionaliteit en subsidiariteit – welke aspecten in het kader van de  bij de beoordeling van een beslagrekest te maken (summiere) afweging van de  wederzijdse belangen zullen moeten worden betrokken –, worden gemotiveerd:

  • waarom het beslag nodig is;
  • waarom is gekozen voor beslag op de in het beslagrekest genoemde goederen;
  • waarom niet een minder bezwarend beslagobject mogelijk is;
    • bijvoorbeeld beslag op een  onroerende zaak in plaats van derdenbeslag onder de bank.

Volgens art. 21 Rv, eerste zin zijn partijen verplicht de voor de beslissing van belang zijnde feiten volledig en naar waarheid aan te voeren. Dit geldt ook voor verzoekschriftprocedures.

  • HR 25-03-2011, ECLI:NL:HR:2011:BO9675
    De waarheidsplicht van art. 21 Rv geldt voor alle in het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering geregelde procedures. Of partijen aan deze verplichting hebben voldaan is een feitelijk oordeel. De rechter mag ambtshalve oordelen dat (een van) beide partijen (heeft) hebben gehandeld in strijd met art. 21 Rv en daaraan, ook zonder dat partijen daarover specifiek hebben gedebatteerd, gevolgen verbinden die in overeenstemming zijn met de aard van en de ernst van deze schending. Ook als de rechtbank op basis van de processtukken tot een inhoudelijke beslissing is gekomen, kan het hof oordelen dat art. 21 Rv is geschonden.
Beslagrekest

Het beslagrekest is een specifiek verzoekschrift. Vooral omdat de wederpartij in beginsel niet wordt gehoord op het beslagrekest, misleiding door onvoldoende toelichting in het beslagrekest de voorzieningenrechter reden kan geven om een latere vordering tot opheffing van het beslag toe te wijzen.

De beslagsyllabus, punt A2, stelt dat daarom in het beslagrekest melding moet worden gemaakt van alle in Nederland of in het buitenland lopende, doorlopen of beëindigde procedures die relevant zijn voor een goede beoordeling van de zaak, waaronder mede begrepen eerder ingediende beslagrekesten.

Hoewel een andere rechtbank na een afwijzing of intrekking formeel bevoegd kan zijn een nieuw verzoek te behandelen, is het in strijd met de beginselen van de goede procesorde dat de verzoeker bij een (dreigende) afwijzing zijn geluk elders nog eens beproeft, zonder ten minste open kaart te spelen.

Rechtspraak

  • Rb. Overijssel (vzr.) 29-07-2013, ECLI:NL:RBOVE:2013:1654
    Voor het verlofrekest geldt de waarheidsplicht van art. 21 Rv. (vgl. HR 25-03-2011, ECLI:NL:HR:2011:BO9675, zie hierboven). Verzoeker heeft in het rekest de woning aangeduid als ‘de onroerende zaak in eigendom van’ de man, terwijl de man slechts gerechtigd is tot de onverdeelde helft. Omdat in het rekest onjuiste, althans onvolledige gegevens aan de voorzieningenrechter zijn voorgelegd omtrent evident van belang zijnde omstandigheden, wordt het beslag opgeheven (vgl. Rb. Haarlem (vzr.) 10-09-2009, ECLI:NL:RBHAA:2009:BJ3022 en Rb. Haarlem (vzr.) 16-01-2012, ECLI:NL:RBHAA:2012:BV3921, zie hieronder).
  • Rb. Amsterdam (vzr.) 12-03-2013, ECLI:NL:RBAMS:2013:BZ7789
    Schending informatieplicht ex art. 21 Rv. Misleiding verlofrechter. Opheffing conservatoir beslag.
  • Rb. Oost-Ned. 27-02-2013, ECLI:NL:RBONE:2013:BZ2690
    Geen schending informatieplicht ex art. 21 Rv. Brief bij beslagrekest vermeldt eerder beslag.
  • Rb. Haarlem (vzr.) 16-01-2012, ECLI:NL:RBHAA:2012:BV3921
    Verzoeker heeft niet voldaan aan art. 21 Rv. Ten onrechte heeft zij gesteld dat bepaalde roerende zaken niet als handelsvoorraad zijn te beschouwen. Daarnaast heeft zij geen melding gemaakt van het feit dat de aangestelde gerechtelijk bewaarder tot voor kort in dienst van gerekwestreerde was en nu jegens haar concurrerende bedrijfsactiviteiten verricht. De gelegde conservatoire beslagen op de roerende zaken worden opgeheven.
  • Hof Amsterdam 10-01-2012, ECLI:NL:GHAMS:2012:BV0477
    De verplichting de rechter juist en volledig te informeren geldt ook voor een beslagverzoek als bedoeld in art. 700 Rv en klemt in dat geval des te meer aangezien toewijzing van zodanig verzoek tot voor de wederpartij/beslagene zeer ingrijpende gevolgen kan leiden en de rechter na slechts summier onderzoek een beslissing ex parte geeft.
  • Hof Amsterdam 22-11-2011, ECLI:NL:GHAMS:2011:BV7108
    Appelllant heeft, bij verzoek ex art. 700 lid 1 Rv, de voorzieningenrechter niet voldoende voorzien van essentiële informatie. De uitspraak betreft het hoger beroep van Rb. Haarlem (vzr.) 29-07-2011, ECLI:NL:RBHAA:2011:BR3950 (zie hieronder).
  • Rb. Haarlem (vzr.) 29-07-2011, ECLI:NL:RBHAA:2011:BR3950
    Verzoeker heeft niet aan de verplichting ex art. 21 Rv voldaan, nu hij heeft nagelaten te vermelden dat eerder eenzelfde beslagrekest was ingediend bij een andere rechtbank. Door deze essentiële informatie weg te laten, heeft verzoeker de voorzieningenrechter misleid. Dit is zodanig in strijd met de goede procesorde dat reeds om die reden het gevraagde verlof wordt geweigerd. In hoger beroep: Hof Amsterdam 22-11-2011, ECLI:NL:GHAMS:2011:BV7108 (zie hierboven).
  • Rb. Haarlem (vzr.) 10-07-2009, ECLI:NL:RBHAA:2009:BJ3022
    De voorzieningenrechter is onvolledig voorgelicht bij het vragen van verlof tot het leggen van beslag. Verzoeker had van belang zijnde informatie niet vermeld. Zeker nu gerequestreerde bij de behandelingen van het beslagrekest niet wordt gehoord, mag een verzoeker niet misleiden. Dit is in strijd met art. 21 Rv.
  • Rb. Breda (vzr.) 29-08-2007, ECLI:NL:RBBRE:2007:BB3121
    De voorzieningenrechter heft het conservatoire beslag op omdat in het verzoekschrift een onvolledig beeld is gegeven van de juridische situatie, feiten en omstandigheden achterwege zijn gelaten die voor de beoordeling van het verzoekschrift tot beslaglegging door de rechtbank, waarbij de wederpartij niet wordt gehoord, van zeer wezenlijke betekenis waren.
  • Hof Den Haag 02-03-2006, ECLI:NL:GHSGR:2006:AV5137
    De beslagene betwist dat er vrees voor verduistering bestaat. Het ligt dan op de weg van de beslaglegger om feiten en omstandigheden naar voren te brengen en aan te tonen waaruit kan volgen dat die vrees wel gegrond is. Dat de beslagene zich mogelijk schuldig zal maken aan verhaalsonttrekking is onvoldoende om vrees voor verduistering aan te nemen.