Omvang verklaringsplicht ex 476a Rv en 477a Rv bij banktegoeden in het buitenland.
Indien, zoals hier, The Royal Bank of Scotland ('RBS') voorshands goede grond heeft het standpunt in te nemen dat een beslag zich niet uitstrekt tot tegoeden die in het buitenland zijn geadministreerd omdat de desbetreffende buitenlandse rechter het beslag niet zal erkennen als verweer tegen een aanspraak tot uitbetaling van die tegoeden, zal zij in haar verklaring daarmee kunnen volstaan.
- Zo zal RBS ook kunnen volstaan met de verklaring dat zij op grond van haar rechtsverhouding met de beslagdebiteur niet kan worden gehouden tot uitbetaling in Nederland van de in het buitenland geadministreerde tegoeden.
RBS heeft gewezen op de enorme praktische implicaties indien een bank bij een onder haar gelegd derdenbeslag zou moeten onderzoeken of sprake is van tegoeden die worden geadministreerd bij haar in het buitenland gevestigde kantoren.
Het hof volgt RBS in zoverre dat een bank in de regel niet tot zodanig onderzoek is gehouden. Deze regel kan echter uitzondering lijden, bijvoorbeeld indien de stellingen van de beslaglegger in het verzoekschrift tot het leggen van beslag een voldoende concrete aanwijzing bevatten dat in een specifiek land bij een zo specifiek mogelijk aan te duiden kantoor tegoeden aanwezig zijn.