De beslaglegger moet binnen één maand na het leggen van beslag op aandelen de rechtbank - zo mogelijk met overlegging van de mededeling bedoeld in art. 474f Rv en de statuten van de vennootschap - verzoeken bij beschikking te bepalen, dat en binnen welke termijn de aandelen kunnen worden verkocht en overgedragen (art. 474g lid 1 Rv). Het is een vervaltermijn: wordt het bepaalde in art. 474g lid 1 Rv niet nagekomen, dan vervalt het beslag (art. 474g lid 1 Rv).
Conservatoir beslag
Bij conservatoir beslag bepaaltt art. 715 lid 3 Rv dat de termijn van art. 474g lid 1 Rv pas eindigt één maand na de dag, waarop de in kracht van gewijsde gegane executoriale titel aan de vennootschap is betekend.
- Rb. Den Bosch 11-03-2011, ECLI:NL:RBSHE:2011:BQ1724 (715 lid 3 Rv)
Art. 715 lid 3 Rv beperkt de periode voor het vragen van verlof voor de verkoop van aandelen niet tot een maand nadat de executoriale titel in kracht van gewijsde is gegaan. Gelet op het conservatoire karakter van het beslag waarop art. 715 Rv ziet, zou een termijn die eindigt na een maand na de beslaglegging niet passend zijn; daarom wordt in art. 715 lid 3 Rv de termijn van art. 474g lid 1 Rv voor een conservatoir beslag verlengd, en wel tot uiterlijk een maand na betekening aan de vennootschap van de in kracht van gewijsde gegane titel. Van een opschorting van de mogelijkheid tot het vragen van het executieverlof is geen sprake, laat staan van een opschorting in een geval zoals dit, waarin er geen sprake van een conservatoir beslag meer is.
Rechtbank
De bevoegde rechtbank is de rechtbank van de plaats van vestiging van de vennootschap (art. 474g lid 1 Rv).
De rechtbank gelast, alvorens de gevraagde beschikking te geven, de oproeping van de deurwaarder, de beslaglegger, de geëxecuteerde, de vennootschap, en, als zij dit nodig acht, van andere belanghebbenden, om op het verzoek tot aandelenverkoop te worden gehoord (art. 474g lid 2 Rv, eerste zin).
De rechtbank zal in haar beschikking bepalen op welke wijze en onder welke voorwaarden de verkoop en overdracht dienen te geschieden (art. 474g lid 3 Rv).
De wettelijke en statutaire bepalingen met betrekking tot de vervreemding van aandelen moeten worden in acht genomen, met dien verstande, dat alle ten aanzien van de vervreemding aan de aandeelhouder toekomende rechten en op hem drukkende verplichtingen worden uitgeoefend en nagekomen door de deurwaarder.
Ook de beschikking van de rechtbank mag ten aanzien van deze wettelijke en statutaire bepalingen geen afwijkingen inhouden, behalve als deze bepalingen de executoriale verkoop onmogelijk zouden maken (art. 474g lid 4 Rv).
Rechtspraak
- Hof Amsterdam 18-06-2013, ECLI:NL:GHAMS:2013:5247 (479g Rv)
Beslaglegger is bij beschikking van de rechtbank gerechtigd tot verkoop en levering van aandelen. De termijn wordt twee maal verlengd. De rechtbank bepaalt bij de laatste verlenging dat verdere verlenging niet wordt toegestaan. De beslaglegger gaat tegen de afwijzing van die verdere verlengingsmogelijkheid in beroep, nu de aan het beslag ten grondslag liggende procedure bij de Hoge Raad nog aanhangig is. Het hof overweegt dat de openbare orde zich niet tegen een nadere verlenging verzet. - Rb. Amsterdam 24-11-2011, ECLI:NL:RBAMS:2011:BW7965 (479g Rv)
Aandeelhouders van de beslagene dienen een dag voor de mondelinge behandeling van verkoop van de aandelen in dochtervennootschappen een verzoek in tot toelating als belanghebbenden. De rechtbank wijst dit verzoek tot tussenkomst op de voet van art. 3:13 lid 2 BW (misbruik van recht) af. De beslagen lagen al bijna anderhalf jaar en niet gesteld of gebleken is dat de aandeelhouders pas kort voor de dag van het verzoek tot tussenkomst op de hoogte van de gelegde beslagen zijn gekomen.