Vruchten zijn de voortbrengselen van een goed.
Natuurlijke en burgerlijke vruchten (art 3:9 lid 1 en 2 BW)
Er bestaat onderscheid tussen:
- natuurlijke vruchten: zaken die volgens verkeersopvatting als vruchten van andere zaken worden aangemerkt (art. 3:9 lid 1 BW);
- burgerlijke vruchten: rechten die volgens verkeersopvatting als vruchten van goederen worden aangemerkt (art. 3:9 lid 2 BW)..
Lijfrente (art. 3:9 lid 3 BW)
De afzonderlijke termijnen van een lijfrente gelden als vruchten van het recht op de lijfrente (art. 3:9 lid 3 BW).
Zelfstandige zaak (art. 3:9 lid 4 BW)
Een natuurlijke vrucht wordt een zelfstandige zaak door haar afscheiding, een burgerlijke vrucht een zelfstandig recht door haar opeisbaar worden (art. 9 lid 4 BW).
Baten
Een ander woord voor vruchten is baten. Baten kunnen zowel natuurlijke als burgerlijke vruchten zijn.