Bel 033 4602302 of mail naar info@beslagrecht.nl

Word abonnee

Onder zich nemen of gaan houden (art. 134 lid 1 Sv)

Inbeslagneming een dwangmiddel, bestaande uit het onder zich nemen of gaan houden van een voorwerp ten behoeve van de strafvordering (art. 134 lid 1 Sv).

  • Van 'onder zich nemen' is sprake indien de vrije beschikking over een voorwerp voor hem, onder wie het in beslag wordt genomen, wordt opgeheven en het voorwerp onder de macht van de beslagleggende ambtenaar of burger is gekomen.
  • Van 'onder zich gaan houden' is sprake in geval van inbeslagneming van een voorwerp wat de beslaglegger al onder zich had.
  • Onder 'ten behoeve van de strafvordering' valt uitsluitend het veiligstellen van de belangen waarvoor in art. 94 (en 94a) Sv inbeslagneming is toegestaan (vgl. HR 11-03-2008, ECLI:NL:HR:2008:BC6224).
Meenemen van voorwerp

Inbeslagneming omvat niet alleen het afscheiden, maar ook het meenemen van een voorwerp.

  • HR 27-01-2009, ECLI:NL:HR:2009:BG6151 (Meenemen papier)
    De beschikking van de rechter-commissaris houdt als beslissing in om 'de ongeordende stapel papieren mee te nemen naar het kabinet om daar te bezien wat wel en niet voor beslag vatbaar is'. Aangenomen moet worden dat die papieren aldus - met het oog op het in art. 94 lid 1 Sv bedoelde aan de dag brengen van de waarheid in te stellen onderzoek - aan de feitelijke macht van de beslagene/klager zijn onttrokken en in de macht van de rechter-commissaris zijn gekomen. Gelet daarop getuigt het oordeel van de rechtbank dat geen sprake is van een inbeslagneming als bedoeld in art. 134 Sv, van een onjuiste rechtsopvatting.
Inbeslagneming zorgvuldig en proportioneel

Inbeslagneming vormt een inbreuk op de civiele rechten van de rechthebbende (te weten: de eigenaar of de houder): het voorwerp wordt uit diens beschikkingsmacht gehaald. Inbeslagneming moet daarom zorgvuldig en proportioneel worden toegepast.

Kennisgeving van inbeslagneming (art. 94 lid 3 Sv)

Verschillende personen zijn bevoegd tot inbeslagneming. Als de inbeslagneming gebeurt door een opsporingsambtenaar, maakt deze een kennisgeving van inbeslagneming op. Zoveel mogelijk wordt aan degene bij wie een voorwerp is inbeslaggenomen, een bewijs van ontvangst afgegeven (art. 94 lid 3 Sv).