Bel 033 4602302 of mail naar info@beslagrecht.nl

Word abonnee

De tenuitvoerlegging van het dwangbevel alleen worden geschorst door een verzet. Het verzet moet worden aangetekend tegen de tenuitvoerlegging van het dwangbevel, niet tegen het daaraan ten grondslag liggende vonnis, arrest of de strafbeschikking.

Wijze en termijn van verzet

Verzet wordt gedaan bij een met redenen omkleed bezwaarschrift, hetwelk vóór de verkoop en uiterlijk binnen zeven dagen, te rekenen van de dag der inbeslagneming, wordt ingediend bij het gerecht van de rechter die de straf heeft opgelegd (art. 575 lid 3 Sv).

Bij een strafbeschikking wordt het bezwaarschrift ingediend bij het gerecht dat van het daartegen gerichte verzet kennis heeft genomen of, indien verzet zou zijn gedaan, daarvan kennis had kunnen nemen.

Behandeling in het openbaar

De behandeling van het verzet door de raadkamer vindt plaats in het openbaar. De beschikking van de raadkamer wordt onverwijld aan de veroordeelde betekend.

Cassatie

Tegen de beschikking kan door de ambtenaar die het dwangbevel heeft uitgevaardigd binnen veertien dagen daarna en door de veroordeelde binnen veertien dagen na de betekening, beroep in cassatie worden ingesteld.

De veroordeelde is in zijn beroep slechts ontvankelijk na voorafgaande consignatie van het nog verschuldigde bedrag en van proceskosten (vgl. art. 575 lid 3 Sv).

  • HR 20-12-2013, ECLI:NL:HR:2013:2046
    Het verzet tegen de tenuitvoerlegging van het dwangbevel ex art. 575 lid 3 Sv of tegen het verhaal ex art. 576 lid 6 Sv kan vanaf de aanvang van de tenuitvoerlegging, resp. het verhaal worden gedaan. De geëxecuteerde hoeft dus niet af te wachten of er beslag wordt gelegd, maar kan verzet doen zodra hij door de betekening van het dwangbevel of de kennisgeving van het verhaal weet van het voornemen tot tenuitvoerlegging van het dwangbevel of het verhaal. Als het verzet gegrond wordt verklaard en het openbaar ministerie nogmaals tot tenuitvoerlegging of verhaal overgaat, kan de geëxecuteerde daartegen opnieuw verzet ex art. 575 lid 3 Sv of art. 576 lid 6 Sv doen. Het hof heeft terecht geoordeeld dat het verzet een met voldoende waarborgen omklede rechtsgang is, waardoor een civielrechtelijk beslagverbod niet aan de orde is.