Recht van parate executie
Het recht van parate executie is het recht van de pandhouder (art. 3:248 lid 1 BW) en hypotheekhouder (art. 3:268 lid 1 BW) om zich zonder executoriale titel op goederen van de schuldenaar te verhalen zonder dat hij een executoriale titel nodig heeft.
Openbare verkoop
Bij de uitoefening van het recht van parate executie zijn de pandhouder en hypotheekhouder aan regels gebonden.
- Zo zijn zij gehouden om de verpande of verhypothekeerde goederen in het openbaar te verkopen, vgl. art. 3:250 lid 1 BW (pand) en art. 3:268 lid 1 BW (hypotheek). Dit voorkomt afspraken tussen een hypotheekhouder en een koper. Wel bestaat er de mogelijkheid om hiervan af te wijken, vgl. art. 3:251 lid 1 BW (pand) en art. 268 lid 2 BW (hypotheek).
Wetgeving
- De regels voor de executie door de pandhouder zijn te vinden in de artt. 3:248-255 BW en de artt. 461a-461c Rv.
- De regels voor de executie door de hypotheekhouder zijn te vinden in de artt. 3:268-273 BW en de artt. 544-548 Rv.