1.
Exploten worden door een daartoe bevoegde deurwaarder gedaan op de wijze in deze afdeling bepaald.
2.
Een daartoe bevoegde deurwaarder kan, indien de wet dit bepaalt, ook elektronisch exploot doen.
3.
Het exploot vermeldt ten minste:
- de datum van de betekening;
- de naam, en in het geval van een natuurlijke persoon tevens de voornamen, en de woonplaats van degene op wiens verzoek de betekening geschiedt;
- de voornamen, de naam en het kantooradres van de deurwaarder;
- de naam en de woonplaats van degene voor wie het exploot is bestemd;
- degene aan wie afschrift van het exploot is gelaten, onder vermelding van diens hoedanigheid of, indien het exploot elektronisch is gedaan als bedoeld in het tweede lid, het elektronisch adres waaraan afschrift van het exploot is gelaten.
4.
Indien het exploot een vordering tot ontruiming betreft van een gebouwde onroerende zaak of een gedeelte daarvan door anderen dan gebruikers of gewezen gebruikers krachtens een persoonlijk of zakelijk recht, van wie naam en woonplaats in redelijkheid niet kunnen worden achterhaald, behoeft het deze naam en deze woonplaats niet te vermelden, noch de persoon aan wie afschrift van het exploot is gelaten.
5.
Het exploot en de afschriften daarvan worden door de deurwaarder ondertekend.