Bel 033 4602302 of mail naar info@beslagrecht.nl

Word abonnee

Bodemverhuurconstructie rechtsgeldig ondanks nog niet betaalde huur.

Feiten

Pandhouder Rabobank sluit met pandgever Korevaar Keukens BV een huurovereenkomst die op 7 februari 2009 ingaat en tenminste drie maanden duurt. Op 24 februari 2009 gaat Korevaar teniet.

De curator betwist de rechtsgeldigheid van de overeenkomst. Hij stelt dat de voldoening van de huursom voor de faillissementsdatum voor de rechtsgeldigheid van de bodemverhuurconstructie c.q. de huurovereenkomst was vereist. 

Daarnaast stelt de curator dat het doel van de huurovereenkomst was dat de Rabobank een sterker recht zou bekomen dan de fiscus, zodat de huurovereenkomst, als onderdeel van een zekerheidsconstructie, goederenrechtelijk dient te worden benaderd en het niet voldoen aan een essentiële voorwaarde, zoals de voldoening van de huur, aan de totstandkoming van de huurovereenkomst als onderdeel van de nagestreefde zekerheidsconstructie in de weg staat.

Rechtbank

Er bestaat geen rechtsregel die meebrengt dat in het kader van bodemverhuur de rechtsgeldigheid van de huurovereenkomst wordt beoordeeld aan de hand van andere regels dan die van het huurrecht en voor de totstandkoming van overeenkomsten.

Wel is voor het slagen van een bodemverhuurconstructie vereist dat het gebruik van de bodem tijdig op de huurder is overgegaan, maar niet ter discussie staat dat daarvan in het onderhavige geval sprake was.

Het feit dat in de huurovereenkomst is gestipuleerd dat de overeenkomst voorts is aangegaan 'onder de volgende voorwaarden en bepalingen' maakt het daaronder vermelde nog niet tot voorwaarden of zelfs essentialia waaraan geheel uitvoering moet zijn gegeven, wil de overeenkomst tot stand komen.

Dat de partijen bij de huurovereenkomst dat hebben bedoeld, vloeit niet voort uit de tekst van de huurovereenkomst en door de curator zijn ook geen verklaringen of gedragingen van Rabobank en/of Korevaar gesteld waaruit die bedoeling afgeleid zou kunnen worden.

Er was dus voor faillissement sprake was van een rechtsgeldige huurovereenkomst en bodemverhuurconstructie, zodat het bezitloos pandrecht van de Rabobank voor die datum was omgezet in een vuistpandrecht.

Gerelateerde artikelen