Beslaglegging door bank ondanks vermeend ontslag uit borgtocht.
Feiten
Generale Bank legt in het kader van een borgstelling ten laste van Simons een beslag, ondanks een door de bank afgegeven schriftelijke bevestiging van ontslag uit de borgstelling.
Hof
Simons dient bij het hof te bewijzen dat hij de bank telefonisch vóór de datum van het beslag had geïnformeerd over het bestaan van een brief waarin hij door diezelfde bank uit zijn borgtocht was ontslagen waardoor het ervoor werd gehouden dat de bank ten tijde van de beslaglegging niet op de hoogte was van het bestaan van haar eigen (!) brief, en dus sprake was van eigen schuld aan de zijde van de beslagene.
Simons vordert schadevergoeding, maar wordt door het hof (na een tussenarrest) in het ongelijk gesteld.
Hoge Raad
De Hoge Raad vernietigt de arresten en verwijst de zaak terug naar het hof Arnhem in verband met onvoldoende motivering, dan wel onbegrijpelijkheid van het oordeel.