Bel 033 4602302 of mail naar info@beslagrecht.nl

Word abonnee

Opschorting ontruiming (art. 557a lid 1 Rv)

De rechter kan bepalen dat een vonnis, waarbij aan anderen dan aan (ex-)gebruikers met een persoonlijk of zakelijk recht de ontruiming wordt bevolen binnen een bepaalde termijn niet ten uitvoer kan worden gelegd tenzij dit onverenigbaar zou zijn met het belang van degene die om ontruiming heeft verzocht; de laatste heeft  bij opschorting van de ontruiming wel recht op schadevergoeding (art. 557a lid 1 Rv).

Inlichingen van burgemeester en wethouders (art. 557a lid 2 Rv)

De rechter bepaalt dat het bevel tot ontruiming niet ten uitvoer kan worden gelegd, totdat hij omtrent het al dan niet bepalen van een termijn als in art. 557a lid 1 Rv bedoeld heeft beslist, na terzake inlichtingen te hebben ingewonnen bij burgemeester en wethouders van de gemeente waarin de onroerende zaak zich bevindt; dit is alleen anders als dit onverenigbaar zou zijn met het belang van degene die om ontruiming heeft verzocht. De rechter beveelt dan burgemeester en wethouders binnen een door hem te bepalen termijn een schriftelijk bericht ter griffie in te leveren of op een door hem te bepalen terechtzitting mondeling verslag te doen of door een door hen aangewezen ambtenaar te laten doen (art. 557a lid 2 Rv).

Tenuitvoerlegging tegen een ieder (art. 557a lid 3 Rv)

De rechter kan, als dit gevorderd wordt, bepalen dat een vonnis, waarbij aan anderen dan aan (ex-)gebruikers met een persoonlijk of zakelijk recht de ontruiming wordt bevolen, tot een jaar na de dag waarop het vonnis wordt uitgesproken dan wel bekrachtigd, of, als de rechter een termijn ex art. 557a lid 1 Rv bepaalt, tot een jaar na de dag waarop die datum verstrijkt, ten uitvoer kan worden gelegd tegen een ieder die ten tijde van de tenuitvoerlegging zich daar bevindt of daar binnentreedt en telkens wanneer dat zich voordoet (vgl. art. 557a lid 3 Rv).