Bel 033 4602302 of mail naar info@beslagrecht.nl

Word abonnee

De bestuurder van een motorrijtuig is op eerste vordering van ambtenaren van de rijksbelastingdienst of van opsporingsambtenaren als bedoeld in art. 141 Sv verplicht dat te doen stilstaan om het fiscaal dwangbevel ten uitvoer te laten leggen. Hij moet de aanwijzingen van de ambtenaren opvolgen (art. 18 lid 1 IW).

Op alle dagen en uren (art. 18 lid 2 IW)
Betekening hernieuwd bevel tot betaling (art. 18 lid 3 IW)

In afwijking van art. 14 lid 1 Iw kan een hernieuwd bevel tot betaling ook worden betekend aan de bestuurder van het motorrijtuig, bedoeld in art. 18 lid 1 IW (art. 18 lid 3 IW).

Machtiging belastingdeurwaarder (art. 18 lid 4 IW)

In afwijking van art. 434 Rv kan machtiging van de belastingdeurwaarder ook plaatsvinden door middel van het beschikbaar stellen van de gegevens van een dwangbevel waarvan de tenuitvoerlegging op de voet van art. 18 lid 1 IW moet plaatsvinden (art. 18 lid 4 IW).

Gerechtelijke bewaring (art. 18 lid 5 IW)

Als de schuld waarvoor ex art. 18 lid 1 IW beslag is gelegd een bij ministeriële regeling te bepalen bedrag te boven gaat, wordt voor de toepassing van art. 446 Rv in elk geval aangenomen dat het voor het behoud van de op de voet van art. 18 lid 1 IW in executoriaal beslag genomen zaken redelijkerwijze noodzakelijk is dat deze zaken in gerechtelijke bewaring worden gegeven (art. 18 lid 5 IW).