Bel 033 4602302 of mail naar info@beslagrecht.nl

Word abonnee

Art. 456 Rv vormt, net zoals de artt. 538-540 Rv bij de verkoop van een onroerende zaak, een uitkwerking van art. 438 lid 5 Rv.

Treft het beslag een zaak die geheel of ten dele aan een ander toebehoort of ten aanzien waarvan een ander een recht geldend kan maken dat de executant moet eerbiedigen, dan kan deze ander zich tegen verkoop waarbij zijn recht niet in acht wordt genomen tot op het tijdstip van verkoop verzetten (art. 456 lid 1 Rv).

De eiser die in het ongelijk wordt gesteld, zal op vordering van de executant, zo daartoe gronden zijn, tot schadevergoeding worden veroordeeld (art. 456 lid 2 Rv).