Bel 033 4602302 of mail naar info@beslagrecht.nl

Word abonnee

Begrip (art. 5:60 BW)

Mandeligheid ontstaat wanneer een onroerende zaak gemeenschappelijk eigendom is van de eigenaars van twee of meer erven en door hen tot gemeenschappelijk nut van die erven wordt bestemd bij een tussen hun opgemaakte notariële akte, gevolgd door inschrijving daarvan in de openbare registers (art. 5:60 BW).

Afhankelijk recht (art. 5:63 BW)

Het recht op een mandelige zaak is een afhankelijk recht (art. 5:63 BW). Het kan niet worden gescheiden van de eigendom van de erven. Overdracht van een erf betekent automatisch overgang van het aandeel in de mandelige zaak.

Einde mandeligheid (art. 5:61 lid 1 BW)

Volgens art. 5:61 lid 1 BW eindigt mandeligheid op de volgende wijzen:

  1. wanneer de gemeenschap eindigt;
  2. wanneer de bestemming van de zaak tot gemeenschappelijk nut van de erven wordt opgeheven bij een tussen de mede-eigenaars opgemaakte notariële akte, gevolgd door inschrijving daarvan in de openbare registers;
  3. zodra het nut van de zaak voor elk van de erven is geëindigd.