Een bestuursrechtelijke geldschuld is en bestuursrechtelijke verplichting tot betaling van een geldsom. De bestuurlijke geldschuld is geregeld in titel 4.4 Awb.
Aard bestuursrechtelijke geldschuld
Een bestuursrechtelijke geldschuld ontstaat vaak uit een beschikking (vgl. art. 4:86 lid 1 Awb). Art. 4:86 lid 2 Awb bepaalt dat de beschikking in ieder geval de te betalen geldsom en de betalingstermijn vermeldt.
Een bestuursrechtelijke geldschuld kan kan ook rechtstreeks op grond van een publiekrechtelijk wettelijk voorschrift ontstaan (vgl. art. 4:88 lid 1 Awb).
- voorbeelden zijn parkeerbelasting en sommige leges
Voorbeelden geldschulden
Een bestuursrechtelijke geldschuld kan zowel een geldschulden van als een geldschulden aan de overheid zijn.
Voorbeelden van geldschulden van de overheid zijn:
- sociale uitkeringen
- subsidies
- nadeelcompensatie
- betalingsverplichtingen tussen overheden onderling
- een verbeurde bestuursrechtelijke dwangsom
Voorbeelden van geldschulden aan de overheid zijn:
- te betalen belastingen of leges
- een uitgevaardigde bestuurlijke boete
- de kosten van bestuursdwang
- terug te vorderen subsidie
Voorbeelden van geldschulden die geen bestuursrechtelijke geldschuld zijn, zijn:
- betalingsverplichtingen die hun grondslag vinden in het privaatrecht (zoals uit onrechtmatige daad of overeenkomst)
- uit het strafrecht voortvloeiende geldschulden die zijn opgelegd door de rechter vanwege niet naleving van strafrechtelijke rechtsnormen