Bel 033 4602302 of mail naar info@beslagrecht.nl

Word abonnee

Er bestaat een groot aantal regelingen waarin een ander dan de belastingschuldige aansprakelijk is. De meeste bepalingen staan in hoofdstuk VI van de Invorderingswet ('Aansprakelijkheid'), afdeling 1 ('Aansprakelijkheid').

De belangrijkste zijn: 

Aansprakelijkheid van bestuurders voor rijksbelastingen verschuldigd door een lichaam zonder rechtspersoonlijkheid (zoals de vennoten voor belastingschulden van een vennootschap onder firma) of verschuldigd door een niet volledig rechtsbevoegde rechtspersoon (zoals de bestuurders voor de belastingschulden van een vereniging waarvan de statuten niet zijn opgenomen in een notariële akte (vgl. art. 33 lid 1 Iw, onderdeel a).

Aansprakelijkheid van de leider van een Nederlandse vaste inrichting of in Nederland wonende of gevestigde vaste vertegenwoordiger voor rijksbelastingen verschuldigd door een niet in Nederland gevestigd lichaam (vgl. art. 33 lid 1 Iw, onderdeel b). 

Vereffenaarsaansprakelijkheid van de vereffenaar voor rijksbelastingen verschuldigd door het vereffende lichaam (vgl. art. 33 lid 1 Iw, onderdeel c). 

Inlenersaansprakelijkheid van de inlener van personeel voor loon- en omzetbelasting verschuldigd door de werkgever van het ingeleende personeel (vgl. art. 34 lid 1 Iw). 

Ketenaansprakelijkheid van aannemers en eigenbouwers voor loonbelasting verschuldigd door onderaannemers e.d. (vgl. art. 35 lid 1 Iw). 

Bestuurdersaansprakelijkheid van bestuurders van lichamen voor de loon- en omzetbelasting en andere met name in art. 36 genoemde rijksbelastingen verschuldigd door het lichaam wanneer betalingsonmacht niet tijdig is gemeld of er sprake is van kennelijk onbehoorlijk bestuur (vgl. art. 36 lid 1 Iw).