Bel 033 4602302 of mail naar info@beslagrecht.nl

Word abonnee

  1. De rechter-commissaris kan, op vordering van de officier van justitie en in het gerechtelijk vooronderzoek tevens ambtshalve, bevelen dat hij die redelijkerwijs moet worden vermoed houder te zijn van een voor inbeslagneming vatbaar voorwerp, dit ter inbeslagneming aan hem zal uitleveren of op de griffie van de rechtbank overbrengen, een en ander binnen de termijn en op de wijze bij het bevel te bepalen. De vordering vermeldt het strafbare feit en indien bekend de naam of anders een zo nauwkeurig mogelijke omschrijving van de verdachte, alsmede de feiten of omstandigheden waaruit blijkt dat de wettelijke voorwaarden voor uitoefening van de bevoegdheid zijn vervuld.
  2. Het bevel wordt mondeling of schriftelijk gegeven. In het laatste geval wordt het beteekend.
  3. Artikel 96a, tweede, derde en vierde lid, is van overeenkomstige toepassing.

Gerelateerde artikelen