Executie door ontvanger niet onrechtmatig, ook als belangen van de belastingschuldige worden geschaad. Algemeen belang prevaleert boven individueel belang. Beslag als pressiemiddel toegestaan.
Feiten
De belastingdienst heeft Istu BV een naheffingsaanslag van 121.115 gulden opgelegd. De aanslag staat onherroepelijk vast. De ontvanger legt beslag op kantoorinventaris van Istu ter waarde van ongeveer 2000 gulden.
President rechtbank
Istu vordert in kort geding staking van de executie. De president van de rechtbank weigert de gevraagde voorziening.
Hoger beroep
Istu gaat in hoger beroep. Zij stelt dat de opbrengst van de voorgenomen executoriale verkoop in geen verhouding staat tot de belastingschuld, dat verkoop van de volledige kantoorinventaris tot gevolg zal hebben dat Istu in staat van faillissement zal worden verklaard, dat de ontvanger evenals alle andere crediteuren belang heeft bij voortzetting van de onderneming van Istu en dat door de executie concurrente crediteuren zouden worden benadeeld.
Hof
Het hof Den Haag oordeelt dat de aan de ontvangers gegeven bevoegdheid om tot executie over te gaan een onmisbaar instrument is ter verwezenlijking van de belangen van de staat. Het uitoefenen van die bevoegdheden is dermate important, dat slechts in uitzonderingsgevallen de zeer aanzienlijke belangen van belastingschuldigen prevaleren boven die van de fiscus. In casu is daarvan geen sprake. Voorts wordt overwogen dat de pressie die van het beslag (en de dreigende executie) uitgaat, het door de fiscus beoogde effect kan sorteren.
De vordering van Istu wordt ook in hoger beroep afgewezen.
Opmerking
In latere rechtspraak wordt naar de uitspraak van het Hof Den Haag verwezen. Zie bijvoorbeeld: