Bel 033 4602302 of mail naar info@beslagrecht.nl

Word abonnee

Vorderingen ex art. 843a Rv prematuur. Bewijs kan mogelijk op andere wijzen vergaard worden.

Het Nederlandse recht kent geen algemene exhibitieplicht voor partijen, in die zin dat partijen jegens elkaar of ten opzichte van de rechter verplicht zijn en gedwongen kunnen worden tot het verschaffen van informatie en documenten.

De bijzondere exhibitieplicht van art. 843a Rv ziet op de situatie dat de inhoud van een schriftelijk bewijsmiddel aan een partij in beginsel wel bekend is, maar dat zij het niet in haar bezit heeft. Het artikel dient aldus niet tot het verzamelen van bouwstenen voor een standpunt.

A heeft de hoofdzaak in conventie aanhangig gemaakt met een uitvoerige dagvaarding. Daarbij heeft hij een groot aantal producties in het geding gebracht. TGB, KBL en KBC hebben geantwoord. Ook zij hebben producties in het geding gebracht. Daarnaast zijn, na de dagvaarding en de conclusies van antwoord, in een op verzoek van A gehouden voorlopig getuigenverhoor een aantal getuigen gehoord.

In de hoofdzaak in reconventie is het, zoals TGB terecht aanvoert, in beginsel aan haar om voldoende feitelijke gronden te stellen en, zo nodig, te bewijzen.

Tegen deze achtergrond zijn de vorderingen in het incident op zijn minst prematuur. Het debat tussen partijen in de hoofdzaak is nog niet voltooid. Zo is de inhoud van de in het voorlopig getuigenverhoor afgelegde verklaringen daarin nog niet verwerkt.

Na voltooiing van het debat tussen partijen zal blijken of en, zo ja, in hoeverre de rechtbank in de hoofdzaak (nadere) bewijslevering noodzakelijk acht en wie daarmee wordt belast. Daarop kan in dit stadium van de procedure uiteraard niet worden vooruitgelopen.

A stelt ook niet dat, en waarom, hij verwacht met enig bewijs te zullen worden belast, laat staan dat hij dat bewijs slechts door middel van de bescheiden die hij zou willen hebben, zal kunnen leveren.

Gerelateerde artikelen