Bel 033 4602302 of mail naar info@beslagrecht.nl

Word abonnee

Gegevens voor rechtbank (art. 584f lid 1 Rv)

De beslaglegger moet, om een luchtvaartuig te kunnen verkopen, volgens art. 584f lid 1 Rv op de griffie van de rechtbank in het rechtsgebied waar het luchtvaartuig zich bevindt, de volgende documenten neerleggen:

  • een afschrift van het proces-verbaal van inbeslagneming;
  • een uittreksel uit de registratie voor luchtvaartuigen als bedoeld in art. 107 lid 1 Kadw, dat ten minste de gegevens bevat, bedoeld in art. 92 lid 2 Kadw, onder a, c, d, e, f, g en j;
  • de gegevens omtrent niet doorgehaalde voorlopige aantekeningen, dan wel een soortgelijk uittreksel uit het verdragsregister.
Verzoek aan de rechtbank (art. 584f lid 2 Rv)

Volgens art. 584f lid 2 Rv verzoekt de beslaglegger voorts aan de rechtbank:

  1. benoeming van een rechter-commissaris voor de verificatie van de rechten waaraan het luchtvaartuig is onderworpen, en van de vorderingen die daarop verhaalbaar zijn;
  2. vaststelling van plaats, dag en uur, waarop de verkoop en de toewijzing zullen plaats hebben. Deze dag moet tenminste zeven weken liggen na de dagtekening van de beschikking der rechtbank;
  3. vaststelling van de dag, voor welke zij, die beweren rechten en vorderingen als bedoeld onder a te bezitten, deze bij de rechter-commissaris moeten kenbaar maken. Deze dag mag niet meer dan vier weken voor de dag van de verkoop liggen.
Kennisgeving verkoop (art. 584f lid 3 en 584g Rv)

Art. 584f lid 3 Rv, eerste volzin bepaalt dat de beslaglegger tenminste zes weken voor de dag van de verkoop die verkoop te Den Haag ter openbare kennis brengt op de wijze volgens een betreffende algemene maatregel van bestuur.

Wanneer beslag is gelegd op een in een verdragsregister teboekstaand luchtvaartuig brengt de beslaglegger de verkoop ook ter openbare kennis in de plaats van het nationaliteitsregister waarin het luchtvaartuig is ingeschreven, is gevestigd, op de wijze daar voorgeschreven (art. 584f lid 3 Rv, tweede volzin).

Art. 584g Rv bepaalt dat de kennisgevingen uit hoofde van art. 584f lid 3 Rv een aantal gegevens moeten bevatten:

  1. de voornaam, de naam, en woonplaats van de executant;
  2. de korte vermelding van de titel, uit kracht waarvan hij beslag heeft gelegd;
  3. de vordering, waarvoor het beslag is gelegd;
  4. de door hem in het proces-verbaal gekozen woonplaats;
  5. de veilingvoorwaarden;
  6. de door de rechtbank op grond van art. 584f lid 2 Rv gegeven beschikkingen. 

Volgens art. 584f lid 4 Rv meldt de beslaglegger zes weken voor de dag van verkoop de verkoop bij aangetekende brief aan de beperkt gerechtigden en beslagleggers die staan vermeld in de registratie voor luchtvaartuigen volgens art. 92 Kadw of in een verdragsregister, als beperkt gerechtigd of beslaglegger staan vermeld.

Nadere vaststelling verkoop (art. 584h Rv)

Volgens art. 584h Rv kan de rechtbank, op verzoek van de executant, ook na het verstrijken van de volgens art. 584f lid 2 Rv onder c door haar gestelde termijn, nader plaats, dag en uur, waarop de verkoop en de toewijzing zullen plaats hebben, vaststellen alsmede een nadere dag, voor welke de in art. 584f Rv bedoelde vorderingen bij de rechter-commissaris moeten zijn kenbaar gemaakt. 

De rechtbank neemt bij deze nadere vaststelling - die zij slechts éénmaal kan doen - de termijnen in art. 584f Rv in acht en stelt overigens die voorwaarden, welke haar dienstig voorkomen. De executant vervult de formaliteiten, vermeld in art. 584f lid 3 en 4 Rv en in art. 584g Rv (art. 584h Rv).