Bel 033 4602302 of mail naar info@beslagrecht.nl

Word abonnee

Zaaksvervanging (art. 455a Rv)

Art. 455a Rv regelt dat vorderingen tot vergoeding die na inbeslagneming in de plaats van de beslagen zaak zijn getreden, daaronder begrepen vorderingen ter zake van waardevermindering van de zaak, ook onder het beslag vallen, met uitzondering van rechten van derden die de executant moet eerbiedigen.

  • Te denken valt vooral aan een verzekeringsuitkering.
Na betekening beslag (art. 455a lid 1 Rv)

Zaaksvervanging vindt pas plaats na betekening van het beslag aan de schuldenaar van de vordering (art. 455a lid 1 Rv).

Bepalingen derdenbeslag (art. 455a lid 2 Rv)

De op het derdenbeslag betrekking hebbende artikelen 475i Rv (overbetekening beslagexploot aan de beslagene) 476 Rv (werking schorsing executie bij derdebeslagene) en 478 Rv (cumulatief derdenbeslag) zijn van overeenkomstige toepassing (art. 455a lid 2 Rv).

Cumulatief beslag (art. 455a lid 3 Rv)

Bij cumulatief beslag geldt, dat indien onder een beslag vorderingen tot vergoeding vallen, die voor in beslag genomen zaken in de plaats zijn getreden, deze ook door volgende beslagen op die zaken worden getroffen. Is een in beslag genomen zaak verloren gegaan, dan kan op die vorderingen tot op het tijdstip van de inning daarvan beslag worden gelegd met inachtneming van dezelfde formaliteiten als wanneer deze zaak zich nog onder de schuldenaar zou hebben bevonden (art. 457 lid 3 Rv).

Conservatoir beslag (art. 712 jo. 455a en 457 lid 3 Rv)

Volgens de schakelbepaling van art. 712 Rv gelden art. 455a en 457 lid 3 Rv ook bij conservatoir beslag op roerende zaken.