Bel 033 4602302 of mail naar info@beslagrecht.nl

Word abonnee

Rechtbank en voorzieningenrechter bevoegd (art. 438 lid 1, 2 en 3 Rv)

De bevoegde rechter voor een executiegeschil is de rechtbank (art. 438 lid 1 Rv). Een executiegeschil kan ook in kort geding aan de voorzieningenrechter worden voorgelegd, en wel die van de volgens art. 438 lid 1 Rv bevoegde rechtbank (art. 438 lid 2 Rv, eerste volzin). 

De inhoud van dit artikel is alleen toegankelijk voor abonnees van beslagrecht.nl  Klik hier om u te abonneren en toegang te krijgen tot dit en alle andere afgeschermde artikelen op beslagrecht.nl.

De gronden voor een executiegeschil (bijvoorbeeld met het oog op staking of schorsing van de executie of opheffing van een executoriaal beslag)  volgen vooral uit rechtspraak.

Ritzen en Vandenberg/Hoekstra

Het arrest HR 22-04-1983, NJ 1984, 145 (Ritzen en Vandeberg/Hoekstra) is maatgevend.

De inhoud van dit artikel is alleen toegankelijk voor abonnees van beslagrecht.nl  Klik hier om u te abonneren en toegang te krijgen tot dit en alle andere afgeschermde artikelen op beslagrecht.nl.

De executie van een vonnis kan worden geschorst of gestaakt als er sprake is van een kennelijke misslag in dat vonnis.

De inhoud van dit artikel is alleen toegankelijk voor abonnees van beslagrecht.nl  Klik hier om u te abonneren en toegang te krijgen tot dit en alle andere afgeschermde artikelen op beslagrecht.nl.

De executie van een vonnis kan worden geschorst of gestaakt als er sprake is van nieuwe feiten die een noodtoestand veroorzaken. Voortzetting van de executie kan misbruik van recht ex art. 3:13 BW zijn.

De inhoud van dit artikel is alleen toegankelijk voor abonnees van beslagrecht.nl  Klik hier om u te abonneren en toegang te krijgen tot dit en alle andere afgeschermde artikelen op beslagrecht.nl.

De executie van een vonnis kan worden geschorst of gestaakt als er sprake is van een onevenredige verhouding tussen de opbrengst en kosten van een executoriale verkoop en dus van misbruik van recht of bevoegdheid. Dit doet zich nog wel eens voor bij een beslag en executoriale verkoop van een inboedel met geringe waarde.

De inhoud van dit artikel is alleen toegankelijk voor abonnees van beslagrecht.nl  Klik hier om u te abonneren en toegang te krijgen tot dit en alle andere afgeschermde artikelen op beslagrecht.nl.

Ook andere aspecten kunnen leiden tot staking of schorsing van de executie of voor opheffing van een executoriaal beslag.

De inhoud van dit artikel is alleen toegankelijk voor abonnees van beslagrecht.nl  Klik hier om u te abonneren en toegang te krijgen tot dit en alle andere afgeschermde artikelen op beslagrecht.nl.

Conservatoir eigenbeslag

Een middel dat de geëxecuteerde nog wel eens toepast, is het leggen van een conservatoir eigenbeslag ex art. 724 Rv voor een gestelde (tegen)vordering op de executant op de vordering van de executant die is vastgelegd in een executoriale titel.

Misbruik van recht

In beginsel zal een eigenbeslag dat ertoe dient om de executie van een veroordeling tot betaling van een geldsom te frustreren moeten worden afgewezen vanwege misbruik van recht. Van dit beginsel kan echter worden afgeweken.

Rechtspraak

Hoge Raad

  • HR 27-11-2009, ECLI:NL:HR:2009:BJ8836 (Ontvanger/X)
    De mogelijkheid van eigenbeslag is in de wet voorzien voor gevallen waarin de beslaglegger geen mogelijkheid heeft tot verrekening van het door hem verschuldigde met zijn vordering op de schuldeiser. In dit geval staat art. 24 IW in de weg aan verrekening van de vordering van de ontvanger op X met diens vordering tot teruggave van het gevorderde bedrag, maar deze bepaling sluit naar haar aard en strekking beslaglegging daarop niet uit. Bovendien had de ontvanger ook nog een zelfstandig ander belang bij het leggen van dit beslag omdat inmiddels onder hem derdenbeslag was gelegd ten laste van X.

Lagere rechtspraak

  • Rb. Overijssel (vzr.) 14-05-2014, ECLI:NL:RBOVE:2014:2685
    Door het gelegde conservatoire derdenbeslag, dat in wezen neerkomt op een verkapt eigenbeslag, frustreert gedaagde de tenuitvoerlegging van het vonnis. Deze handelwijze heeft als gevolg dat de executoriale kracht van de uitspraak voor wat betreft de veroordeling van X jegens eiser vooralsnog wordt weggenomen. Het voldoen aan die uitvoerbaar bij voorraad verklaarde veroordeling wordt immers op deze wijze geblokkeerd. Dat kan misbruik van recht opleveren, tenzij sprake is van een uitzonderingssituatie.
  • Rb. Utrecht (vzr.) 02-09-2009, ECLI:NL:RBUTR:2009:BJ7562
    Verzoeker wenst met het beslagverzoek beslag te leggen op de gelden die door hem zullen worden betaald aan de deurwaarder die door verweerster is ingeschakeld voor de executie van een vonnis. Als de voorzieningenrechter het door verzoeker gevraagde verlof zou verlenen, zou de tenuitvoerlegging van de veroordeling worden gefrustreerd. Daarvoor is het beslagrecht niet bedoeld. Met het leggen van het onderhavige beslag, dat als een verkapt eigenbeslag moet worden aangemerkt, wordt dan ook in beginsel misbruik gemaakt van procesrecht.
  • Rb. Arnhem (vzr.) 08-07-2009, ECLI:NL:RBARN:2009:BJ4432
    Er bestaat aanleiding om bij de beoordeling van de vraag of het gelegde beslag dient te worden opgeheven aansluiting te zoeken bij de criteria die worden gehanteerd bij het beoordelen van de vraag of de executie van een uitvoerbaar bij voorraad verklaard veroordelend vonnis dient te worden geschorst. Het komt neer op de vraag of het vonnis van de rechtbank Arnhem klaarblijkelijk op een juridische of feitelijke misslag berust, dan wel of op grond van na dit vonnis voorgevallen of aan het licht gekomen feiten de tenuitvoerlegging daarvan een noodtoestand zal doen ontstaan, waardoor een onverwijlde tenuitvoerlegging niet kan worden aanvaard.
  • Hof Den Bosch 11-03-2009, ECLI:NL:GHSHE:2009:BH5998
    Een eigenbeslag dat ertoe dient om de executie van een veroordeling tot betaling van een geldsom te frustreren dient in beginsel te worden afgewezen. In dit geval moet er van dit beginsel te worden afgeweken. Er is niet alleen sprake van een gepretendeerde tegenvordering van de maatschap maar er bestaat ook een reconventionele uitvoerbaar bij voorraad verklaarde veroordeling tot verwijzing naar de schadestaatprocedure.
  • Rb. Amsterdam (vzr.) 26-07-2007, ECLI:NL:RBAMS:2007:BG2379
    X wordt in een bodemprocedure in conventie veroordeeld tot betaling van een bedrag aan Y en in reconventie wordt Y veroordeeld tot afgifte van alle zaken van bedrijf X op het terrein van Y. X betaalt het door haar te betalen bedrag op een rekening van een stichting derdengelden van de advocaat van Y. Vanwege het verrmeende niet nakomen van de afgifteplicht door Y legt X vervolgens conservatoir derdenbeslag op de gelden op die rekening. Y vordert opheffing vanwege misbruik van het beslagrecht. De voorzieningenrechter weigert de gevraagde voorziening.
  • Rb. Breda (vzr.) 08-09-2004, ECLI:NL:RBBRE:2004:AQ9897
    Een conservatoir eigenbeslag ter afwending van het executeren van een vonnis is niet in alle gevallen uitgesloten, maar is slechts aanvaardbaar indien de gepretendeerde tegenvordering op basis van de overgelegde bescheiden voorshands voldoende is gestaafd. Op grond van het hiernavolgende is de voorzieningenrechter van oordeel dat hieraan in dit geval niet is voldaan.
  • Rb. Amsterdam (vzr.) 31-08-2004, NJF 2004, 529
    In het algemeen wordt geen verlof verleend voor het leggen van ‘eigenbeslag’ indien daarmee wordt beoogd de executie van een vonnis te frustreren. Een derdenbeslag onder de deurwaarder met hetzelfde effect moet worden beschouwd als een verkapt ‘eigenbeslag’. Er is sprake van misbruik van recht. De vordering tot opheffing van het beslag wordt toegewezen.

De beslagene kan te allen tijde verzet instellen tegen een alimentatiebeslag (art. 479d Rv). De procedure verloopt overeenkomstig art. 438 Rv (executiegeschil in het algemeen).

De inhoud van dit artikel is alleen toegankelijk voor abonnees van beslagrecht.nl  Klik hier om u te abonneren en toegang te krijgen tot dit en alle andere afgeschermde artikelen op beslagrecht.nl.

De derde kan bij beslag op zijn goederen voor een schuld van een ander derdenverzet tegen het beslag en de executie instellen.

Er geldt een termijn van acht dagen na de betekening ex art. 435 lid 2 Rv.

De inhoud van dit artikel is alleen toegankelijk voor abonnees van beslagrecht.nl  Klik hier om u te abonneren en toegang te krijgen tot dit en alle andere afgeschermde artikelen op beslagrecht.nl.

Derdenverzet

Een derde kan door middel van het uitbrengen van een dagvaarding derdenverzet instellen instellen. Deze vorm van derdenverzet heeft geen schorsende werking

Dagvaarding van beslaglegger en beslagene (art. 438 lid 5 Rv)

De derde moet bij deze vorm van derdenverzet zowel de beslaglegger als de beslagene dagvaarden. Doet hij dit niet, dan is hij niet-ontvankelijk in zijn vordering (vgl. art. 438 lid 5 Rv).

  • Rb. Den Haag (vzr.) 31-07-2013, ECLI:NL:RBDHA:2013:9535
    Uit de redactie van art. 438 lid 5 Rv volgt dat het een voorschrift van dwingend recht betreft en op straffe van nietigheid dient te worden nageleefd, zodat een ambtshalve toepassing door de voorzieningenrechter geboden is. Daarbij is van belang dat het artikellid kennelijk beoogt de belangen van de executieschuldenaar te beschermen. Omdat de verkoop van de motor door de staat, hetgeen eiser met zijn vordering tracht te verhinderen, tot een vermindering van het openstaande bedrag van de tegen X opgelegde ontnemingsmaatregel zal leiden, kan niet zonder meer tot uitgangspunt worden genomen dat Y met zijn vordering tevens het belang van X dient. De positiebepaling van X is dan ook niet op voorhand duidelijk. De voorzieningenrechter verklaart Y niet-ontvankelijk.
  • Hof Arnhem 18-12-2012, ECLI:NL:GHAMS:2012:BY6953
    Mr. Cerutti, curator in het faillissement van Multi Hypotheken BV, legt conservatoir beslag op het woonhuis van voormalig bestuurder en grootaandeelhouder X. Na veroordeling van X tot betaling van een bedrag aan de boedel wordt het beslag executoriaal en zegt de curator hypotheekhouder ING de executoriale verkoop van het woonhuis aan. ING maakt geen gebruik van het recht ex art. 509 lid 1 Rv tot overname van de executieverkoop, maar tekent, vanwege de te verwachten geringe opbrengst, wel verzet tegen de verkoop aan. Het hof vindt dat ING als derde moet worden beschouwd in de zin van art. 438 lid 5 Rv. Volgens deze bepaling moet een derde (ING) zowel de executant (de curator) als de geëxecuteerde (X) dagvaarden. Nu ING dit niet heeft gedaan, is zij niet-ontvankelijk in haar vorderingen.
  • Rb. Almelo (vzr.) 07-12-2012, ECLI:NL:RBALM:2012:BY6440
    Eiseres is op huwelijkse voorwaarden met X gehuwd. De gemeente Almelo legt voor een fraudeschuld van X executoriaal beslag op inboedelgoederen van eiseres en/of X en op een auto. Eiseres vordert opheffing van het beslag en verbod van de executieverkoop. De voorzieningenrechter verklaart eiseres niet-ontvankelijk, nu zij heeft nagelaten, naast de gemeente, X te dagvaarden. Eiseres moet worden aangemerkt als derde in de zin van art. 438 lid 5 Rv. Dit artikel schrijft dwingend voor dat in een executiegeschil zowel de executant als de geëxecuteerde moet worden gedagvaard.
Beoordelingsmaatstaven

De beoordelingsmaatstaven bij derdenverzet zijn anders dan bij een door de geëxecuteerde zelf aanhangig gemaakt executiegeschil.

Roerende en onroerende zaken

Art. 438 lid 5 Rv is voor specifieke goederen nader uitgewerkt, bijvoorbeeld in:

  • art. 456 Rv (derdenverzet tegen de verkoop van roerende zaken)
  • artt. 538-540 Rv (derdenverzet tegen de verkoop van een onroerende zaak).
Conservatoir beslag (art. 705 lid 3 Rv)

Art. 438 lid 5 Rv is ook van toepassing bij conservatoir beslag (art. 705 lid 3 Rv).

Art. 456 Rv vormt, net zoals de artt. 538-540 Rv bij de verkoop van een onroerende zaak, een uitkwerking van art. 438 lid 5 Rv.

Treft het beslag een zaak die geheel of ten dele aan een ander toebehoort of ten aanzien waarvan een ander een recht geldend kan maken dat de executant moet eerbiedigen, dan kan deze ander zich tegen verkoop waarbij zijn recht niet in acht wordt genomen tot op het tijdstip van verkoop verzetten (art. 456 lid 1 Rv).

De eiser die in het ongelijk wordt gesteld, zal op vordering van de executant, zo daartoe gronden zijn, tot schadevergoeding worden veroordeeld (art. 456 lid 2 Rv).

De artt. 538, 539 en 540 Rv, net zoals art. 456 Rv bij de verkoop van roerende zaken, een uitkwerking van art. 438 lid 5 Rv.

Derdenverzet (art. 538 Rv)

Als een derde geheel of gedeeltelijk eigenaar is van een onroerende zaak of een beperkt recht op die zaak heeft, dat de beslaglegger moet eerbiedigen, dan kan die derde zich tot de verkoop tegen die verkoop verzetten (art. 538 lid 1 Rv). Dit is niet zonder risico: als die derde in het ongelijk wordt gesteld, kan hij tot schadevergoeding worden veroordeeld (art. 538 lid 2 Rv).

Opschorting verkoop (art. 539 Rv)

De notaris aan wie een dagvaarding als bedoeld in art. 538 Rv betekend wordt is bevoegd de verkoop van alle bij de executie betrokken zaken op te schorten, totdat de voorzieningenrechter van de rechtbank omtrent de schorsing van de executie zal hebben beslist op vordering van de meest gerede partij of op verlangen van de notaris, die zich daartoe bij de voorzieningenrechter kan vervoegen (art. 539 Rv).

Bekendmakingen (art. 540 Rv)

Wanneer de verkoop door het verzet is vertraagd, kan deze niet plaatsvinden dan nadat de in art. 516 Rv bedoelde bekendmakingen opnieuw hebben plaatsgevonden en de daar bedoelde termijn opnieuw is in acht genomen (art. 540 Rv).

Derdenverzet

Art. 474g lid 2 Rv, tweede zin bevat een regeling voor derdenverzet van een derde-rechthebbende tegen een verkoop van aandelen op naam.

Verzoekschrift

Een derde-rechthebbende moet voor het derdenverzet tijdig een verzoekschrift tegen de aandelenverkoop indienen. Wat tijdig is, wordt niet vermeld. Een afschrift van het verzoekschrift moet worden betekend aan de beslaglegger en aan de deurwaarder die het beslag heeft gelegd.

Afwijking van civielrechtelijk derdenverzet

De regeling wijkt af van die van het algemeen civielrechtelijke derdenverzet ex art. 438 lid 5 Rv:

  • het algemeen civielrechtelijke derdenverzet wordt bij dagvaarding ingesteld;
  • Bij het algemeen civielrechtelijke derdenverzet moet zowel de executant als de geëxecuteerde worden gedagvaard.

Zolang de afgifte nog niet heeft plaats gevonden, kan ieder wiens recht op de zaak de executant moet eerbiedigen, zich tegen de afgifte verzetten (art. 498 Rv). Dit is een vorm van derdenverzet.