Bel 033 4602302 of mail naar info@beslagrecht.nl

Word abonnee

Als het recht op afgifte betrekking heeft op te velde staande vruchten en beplantingen van een onroerende zaak, dan kan uit dien hoofde beslag worden gelegd op de zaak of het zakelijk recht van degene jegens wie dit recht bestaat; dit, overeenkomstig de bepalingen betreffende beslag op onroerende zaken, maar met vermelding in het proces-verbaal dat het beslag slechts ten aanzien van die vruchten of beplantingen zijn werking heeft (art. 494 lid 1 Rv).

Het beslag komt op de vruchten of beplantingen te rusten, zodra deze zijn afgescheiden. Zodra alle vruchten of beplantingen waarop het beslag betrekking heeft zijn afgescheiden, vervalt het beslag op de zaak of het zakelijk recht (art. 494 lid 2 Rv).

Art. 451 Rv is, mede ter zake van de inoogsting, van overeenkomstige toepassing (art. 494 lid 3 Rv).

(Zie voor verhaalsbeslag op een onroerende zaak art. 507 lid 1 en 2 Rv.)