Bel 033 4602302 of mail naar info@beslagrecht.nl

Word abonnee

Een pandrecht kan op een toekomstige vordering worden gevestigd.

  • Volgens art. 3:97 lid 1 BW kan een toekomstig goed bij voorbaat worden geleverd, tenzij het een registergoed is. Deze bepaling is op grond van art. 3:98 BW ook van toepassing op vestiging bij voorbaat van een beperkt recht - waaronder een pandrecht - op een toekomstig goed.
Openbaar pandrecht (art. 3:226 lid 2 BW)

Een openbaar pandrecht op een toekomstige vordering moet volgens art. 3:236 lid 2 BW worden gevestigd op de door art. 3:94 lid 1 BW voorgeschreven wijze, dus bij akte en mededeling. Door deze laatste eis moet de schuldenaar bekend zijn.

Stil pandrecht (art. 3:239 lid 1 BW)

Een stil pandrecht op een toekomstige vordering is op grond van art. 3:239 lid 1 BW alleen mogelijk op vorderingen die de pandgever rechtstreeks zal verkrijgen uit een ten tijde van de verpanding reeds bestaande rechtsverhouding.