Bel 033 4602302 of mail naar info@beslagrecht.nl

Word abonnee

Beslagverboden (art. 447 Rv)

Bij de volgende roerende zaken geldt een beslagverbod:

Over het laatstgenoemde beslagverbod (gereedschappen van ambachts- en werklieden) bestaat de nodige rechtspraak:

Hoge Raad

  • HR 28-03-1997, NJ 1997, 453 (Blaauw/Ontvanger)
    Gereedschappen zijn de roerende zaken die de in art. 447 Rv bedoelde ambachtslieden nodig hebben om met hun arbeid een zodanig inkomen te verwerven dat zij voor de lopende kosten van het bestaan nog juist genoeg in handen krijgen.
  • HR 14-06-1991, NJ 1991, 631 (Csánky/Staat)
    De begrippen ambachtslieden en werklieden moeten beperkt worden uitgelegd. Onder ambachtslieden en werklieden moeten slechts worden verstaan degenen die voor hun levensonderhoud van hun lichamelijke arbeid afhankelijk zijn en derhalve door uitwinning van hun gereedschap gevaar zouden lopen niet meer in dit levensonderhoud te kunnen voorzien. Daaronder valt niet een arts.

Lagere instanties 

  • Hof Den Bosch 26-08-2008, ECLI:NL:GHSHE:2008:BF0364 (RKL Koeriersdiensten / Ontvanger)
    Een koerier behoort niet tot de groep ambachtslieden en werklieden. Van het door lichamelijke arbeid maken van producten of het op andere wijze tot stand brengen van een tastbaar werk van stoffelijke aard is geen sprake. De in beslag genomen auto’s kunnen dus niet worden gezien als gereedschappen.
  • Rb. Zutphen (vzr.) 16-08-2007, ECLI:NL:RBZUT:2007:BB7227
    De term gereedschappen ziet op de roerende zaken die ambachtslieden nodig hebben om met hun arbeid een zodanig inkomen te verwerven dat zij voor de lopende kosten van het bestaan nog juist genoeg in handen krijgen. De twee aanhangwagens zijn onmisbaar voor het vervoeren van de handelsvoorraad. Het belang bij het kunnen voortzetten van het bedrijf weegt zwaarder dan het belang tot verhaal van een schuldeiser.
  • Rb. Middelburg (vzr.) 11-07-2006, ECLI:NL:RBMID:2006:AZ0497 (X/Ontvanger)
    Ambachtslieden en werklieden zijn personen die voor hun levensonderhoud van hun lichamelijke arbeid afhankelijk zijn en door uitwinning van hun gereedschap het risico lopen niet meer in het levensonderhoud te kunnen voorzien. In dit geval kan de beslagene zich niet op dit beslagverbod beroepen omdat hij hier niet zelf werkt en dus geen ambachts- of werklied is. Gereedschap voor personeel valt niet onder het beslagverbod.
Beperkt beslagverbod (art. 448 Rv)

Art. 448 lid 1 Rv bepaalt dat geen beslag kan worden gelegd op de boeken die de beslagene nodig heeft voor zijn beroep en op de werktuigen en gereedschappen die dienen tot enig onderwijs of de beoefening van kunsten en wetenschappen, telkens tot een bij algemene maatregel van bestuur vast te stellen bedrag en te zijner keuze.

Wél kan er volgens art. 448 lid 2 Rv beslag op de in art. 448 lid 1 Rv bedoelde zaken worden gelegd voor vorderingen wegens levensbehoeften verstrekt aan de beslagene en zijn inwonende gezinsleden en ter zake van de vervaardiging of het herstel van deze zaken of de verkoop daarvan aan de beslagene.

Conservatoir beslag (art. 712 jo. 447 en 448 Rv)

Volgens de schakelbepaling van art. 712 Rv gelden de artikelen 447 Rv en 448 Rv ook bij conservatoir beslag op roerende zaken.