Bel 033 4602302 of mail naar info@beslagrecht.nl

Word abonnee

Aansprakelijkheid en verhaal

Bij verhaal van een schuld op een echtgenoot/schuldenaar, moeten twee begrippen worden onderscheiden:

  1. aansprakelijkheid (art 1:85 BW), en
  2. verhaal (art. 1:96 lid 1 BW)
Aansprakelijkheid (art. 1:85 BW)

Uitgangspunt is dat allleen de echtgenoot/schuldenaar aansprakelijk is voor de door hem aangegane schuld.

Echter, tijdens het huwelijk is de ene echtgenoot naast de andere echtgenoot hoofdelijk aansprakelijk voor de door deze ten behoeve van de gewone gang van de huishouding aangegane verbintenissen (vgl. art 1:85 BW). Bij een niet huishoudelijke schuld, is de andere echtgenoot niet aansprakelijk.

  • Het is in verband met de aansprakelijkheid niet van belang of echtgenoten al dan niet in algehele gemeenschap van goederen zijn gehuwd.
Verhaal (art. 1:96 lid 1 BW)

Zijn de echtgenoten in gemeenschap van goederen getrouwd, dan kunnen, voor een schuld van een echtgenoot - ongeacht of deze schuld in de huwelijksgoederengemeenschap valt - niet alleen de eigen goederen van de schuldenaar, maar ook de gemeenschapsgoederen worden uitgewonnen (art. 1:96 lid 1 BW). 

  • Hof Arnhem 22-02-2008, ECLI:NL:GHARN:2008:BC5100
    Op grond van art. 1:95 lid 1 BW en art. 1:96 lid 1 BW kunnen gemeenschapsschulden resp. privéschulden van een van de echtgenoten worden verhaald op de gemeenschapsgoederen. Dat geïntimeerde zelf geen schuldenaar is met betrekking tot de vordering waarvoor maritaal beslag wordt gelegd, verhindert niet dat ten laste van haar beslag wordt gelegd op gemeenschapsgoederen die ook op haar naam staan. Dit betekent dat het verlof tot het leggen van conservatoir beslag op de tot de huwelijksgemeenschap van de echtgenoot en de geïntimeerde behorende woning (mede) ten laste van de geïntimeerde kan worden verleend.
Aanwijzing privégoederen (art. 1:96 lid 2 BW)

Voor een niet in de gemeenschap gevallen schuld van een echtgenoot kunnen de gemeenschapsgoederen niet worden uitgewonnen, als de andere echtgenoot de eigen goederen van de echtgenoot/schuldenaar aanwijst die voldoende verhaal bieden (art. 1:96 lid 2 BW).

Vergoeding (art. 1:96 lid 3 BW)

De echtgenoot uit wiens eigen goederen een schuld der gemeenschap is voldaan, heeft recht op vergoeding uit de gemeenschapsgoederen. Betreft het een schuld ter zake van een tot de gemeenschap behorend goed, dan wordt de hoogte van de vergoeding bepaald volgens art. 1:87 lid 2 en 3 BW (art. 1:96 lid 3 BW).

Verplichting tot vergoeding (art. 1:96 lid 4 BW)

De echtgenoot wiens niet in de gemeenschap gevallen schuld uit de gemeenschapsgoederen is voldaan, is verplicht tot vergoeding aan de gemeenschap. Betreft het een schuld ter zake van een tot zijn eigen vermogen behorend goed, dan wordt het beloop van de vergoeding bepaald overeenkomstig art. 1:87 lid 2 en 3 BW (art. 1:96 lid 4 BW).

Bewijslast (art. 1:96 lid 5 BW)

De echtgenoot die een schuldeiser tegenwerpt dat een goed waarop deze verhaal zoekt niet tot de gemeenschap, behoort, draagt daarvan de bewijslast (art. 1:96 lid 5 BW).