Bel 033 4602302 of mail naar info@beslagrecht.nl

Word abonnee

Het gerecht in feitelijke aanleg (rechtbank of gerechtshof) waarvoor de zaak wordt vervolgd of het laatst werd vervolgd, behandelt het klaagschrift (art. 552a lid 3 Sv).

Het klaagschrift dient ter griffie van dit gerecht te zijn ingediend. Is dat niet het geval, dan is het gerecht onbevoegd en dient in de beslissing te worden bepaald dat de griffier het klaagschrift doorzendt naar het (wel) bevoegde gerecht.

  • HR 19-04-2011, ECLI:NL:HR:2011:BM0781
    Als het gerecht dat bevoegd is tot afdoening van een klaagschrift als bedoeld in art. 552a Sv constateert dat na de indiening daarvan de voorwerpen bij inmiddels uitvoerbare beslissing zijn verbeurdverklaard of onttrokken aan het verkeer, dit klaagschrift geldt als een klaagschrift ex art. 552b Sv. Als het gerecht, gelet op art. 552b lid 2 Sv, niet bevoegd is tot behandeling van het aldus opgevatte klaagschrift moet de griffier de stukken naar het tot die behandeling wel bevoegde gerecht zenden (vgl. HR 23-11-1993, NJ 1994/263).
  • HR 23-11-1993, NJ 1994, 264