Bel 033 4602302 of mail naar info@beslagrecht.nl

Word abonnee

Het lossingsrecht is het recht van de schuldenaar om een pandexecutie van roerende zaken of een hypothecaire verkoop van een onroerende zaak te voorkomen door inlossing van de schuld en de executiekosten.

Termijn voor inroeping

De schuldenaar kan het lossingsrecht inroepen tot de toewijzing op de veiling of, bij hypotheek, tot de goedkeuring van de voorzieningenrechter voor onderhandse verkoop (vgl. art. 249 lid 2 BW BW (pand) en art. 3:269 BW (hypotheek)).

Niet bij executoriale verkoop

Het lossingsrecht kan niet analoog worden toegepast bij executoriale verkoop van een onroerende zaak:

  • HR 19-02-2010, ECLI:NL:HR:2010:BK5999 (Geen lossingsrecht)
    De executoriale beslaglegger handelt bij de executie mede in het belang van de overige beslagleggers. Daarom verkeert de executoriale beslaglegger die ook andere vorderingen op de beslagene heeft waarvoor geen beslag is gelegd - in tegenstelling tot de hypotheekhouder - niet in de positie dat hij door met executie te dreigen, de schuldenaar onder omstandigheden ertoe kan bewegen niet alleen de vordering waarvoor het beslag is gelegd, maar ook die andere vorderingen te voldoen. Er bestaat dus geen aanleiding voor overeenkomstige toepassing van het lossingsrecht van de hypothecaire schuldenaar.